15 mei 2015

Vite, vite, maintenant!

Laatst las ik in de Volkskrant dat koken iets is geworden waar je goed in kunt zijn. Nou durf ik gerust te zeggen dat ik goed kan koken en dat we hier bovengemiddeld lekker eten, maar waar ik echt goed in ben, is vakantie. Ik weet niet of de Volkskrant vindt dat je daar goed in kan zijn, maar ik ben het dus wel.

Er zijn mensen die heimwee krijgen op vakantie, of ruzie, of migraine, of alledrie tegelijk. Er zijn mensen die een huisje huren en dat dan eerst helemaal schoon gaan maken met van huis meegebracht schoonmaakmiddel. Er zijn mensen die ieder jaar naar de zelfde plek gaan. Er zijn ook mensen die een bloemenzeiltje van Kitsch Kitchen meenemen om over de vakantietafel te gooien, maar dat is weer een heel ander verhaal, die denken dat ze in een woonblad wonen.

Maar ik kan het goed, vakantie. We prikken een week, bedenken een plek, verwerpen het idee wegens te duur, te nat, te ver of te eenzaam en slaan eens aan het googelen. (Ja, dat schrijf je zo. Dat heb ik geleerd van 'beter spellen.nl', meldt u zich daar aan, want u gaat er beter van spellen.) Ik schrijf we, omdat ik doorgaans in het gezelschap van mijn gezin op vakantie ga, maar ik kan u verzekeren dat er weinig we in de voorbereiding zit. Naar ieders tevredenheid overigens.

Mijn google-techniek wordt hier belachelijk gemaakt door mijn zoons. Het geval wil dat ik hele volzinnen typ als zoekopdracht. "Waar moet je zijn op Corsica?", "schattig overnachtingshotelletje bij Lyon", "hoe heten gratis fietsen in Parijs", "met welke veerboot naar Denemarken". Aangezien wij altijd meer dan prima terecht komen en al mijn vragen beantwoord worden, ga ik ervan uit dat dit de enige juiste google-techniek is.

Al googelend kom ik op de mooiste plekken die ik in mijn denkbeeldige vakantiedatabase opsla. Mijn geheugen heeft daar veel plek voor vrijgehouden. Verjaardagen vergeet ik, maar mooie plaatsjes, stranden, hotelletjes en campings heb  ik zo voor u paraat. Zo komt het ook dat ik mensen stalk die zojuist teruggekeerd zijn van een,  naar eigen zeggen, heerlijke vakantie. "We zaten in Toscane", "O leuk, waar precies?". "Een halfuurtje van Pisa of zo.". (hier begin ik al een beetje van mijn geduld te verliezen) "Hoe heette het plaatsje dan, waar jullie zaten?" "O, dat weet ik niet meer hoor, iets met Borgo di nog wat" (ik begin alle Borgo di's die in mijn virtuele database zijn opgeslagen op te noemen, maar het mag niet baten.)

Die informatie is slechts voorpret, maar onlosmakelijk verbonden met vakantie. En omdat ik nog niets vastleg, heb ik voorpret van gebieden waar ik nooit naar toe zal gaan.

We gingen nu een weekje weg. Een weekend Parijs, vijf dagen Normandië. De weersvoorspelling was rampzalig. Het weer kreeg van weeronline, een belangrijke partner in mijn vakantievoorbereiding, alle dagen een 4. Dat bleek reuze mee te vallen. We werden een keer serieus nat en kwamen verder met bruinverbrande hoofden terug.

Parijs, dat was dit keer l' Orangerie en Louvre (smartphonegekte rondom highlights. Rechts fotografeert men de Mona Lisa.). Geheimtip voor het laatste museum: neem de ondergrondse ingang van Carroussel du Louvre, als u niet in de rij wilt staan. (Volgens de kinderen zou ik tegen iedereen in een rij willen zeggen wat hier boven dit stukje staat. Niet dat dat direct waar is, maar het verklaart wel iets over mijn geduld om in rijen te staan.) Verder veel slenteren en verlekkerd naar etalages kijken van talloze macaronbakkers. Eten langs Canal St. Martin, voor het andere Parijs. Zoals onze zoon tegen een buurman zei: hoe kan het niet leuk zijn in Parijs?

Vanuit Parijs reden we via Giverny naar Normandië. Daar schilderde Monet de doeken die in l' Orangerie hangen. Ons bezoek drukte de gemiddelde leeftijd een flink eind naar beneden. De waterlelies bloeide nog niet, maar daar was de tuin niet minder om.

Fécamp lag er zonovergoten bij. Je zou bijna vergeten dat het een beetje een grauwig stadje is. Beter zit je in Yport, maar daar was geen plaats meer in de herberg. We gingen naar Etretat, Honfleur en le Havre en reden via Rouen weer naar huis. We waaiden uit, kweekten sproeten, lazen een boek en dronken een glas. Jammer, dat het weer voorbij is. Zo, nu weet u van de hoed en de rand.
Waar -precies- gaat u zo graag naar toe?